Elf jaar geleden nam een aantal ouders het ouderinitiatief voor een woonvoorziening voor jongeren met een beperking in Lieshout. Ze waren op zoek naar een plaats waar hun kind kon wonen, maar ze wilden iets anders dan het traditionele aanbod. Dichtbij huis, met een grotere betrokkenheid en met meer invloed. Het traject duurde lang, maar in het voorjaar van 2017 werden de verhuisdozen van 25 bewoners dan toch eindelijk uitgepakt. Een half jaartje later gaan we op bezoek bij Het Laarhuys, een voorziening waar bewoners, ouders én ORO het ‘allemaal samen doen’.
Ouderinitiatief Het Laarhuys. ‘We doen het samen’
Trots op mijn appartement
“Ik woonde eerst in Aarle-Rixtel. Daar vond ik het wel leuk, maar hier ben ik echt vrolijk en gelukkig. Ik vond het in het begin wel spannend, maar ik ben nu heel trots op mijn appartement. In Aarle-Rixtel had ik alleen maar een eigen slaapkamer. Nu heb ik ook een mooie woonkamer. Mijn vader heeft een blauw vlak op de muur geschilderd en we hebben het samen ingericht. Als het goed weer is ga ik op het balkon zitten. En mijn slaapkamer is heel groot. Net zoals mijn badkamer, kijk maar.
Ik ga ’s avonds gezellig in de huiskamer eten. Met z’n allen. Maar het hoeft niet, hoor. Als je wilt, kun je ook in je eigen appartement eten. Ik heb ook een keuken. Daar kook ik op maandag altijd een eitje met een eierkoker. Dat heb ik hier geleerd. Zelf koken? Nee, dat doe ik niet alleen. Ik vind het hier prima omdat alles mag en niks moet. Ik ga in de huiskamer ook wel tv kijken. Dan moeten we samen overleggen wat we gaan kijken. En soms ga ik ook beneden naar de woongroepen. Koffie drinken, of in de snoezelruimte. Lekker uitrusten, ontspannen. Waarom ik het hier fijn vind? Gewoon, omdat ik hier gelukkig ben. En ik voel me hier veilig want hier slaapt ’s nachts altijd iemand van de begeleiding.”
Open communicatie
“Ik ben de moeder van Rens, die in een van de twee woongroepen woont. En ik ben een van de ouderinitiatief nemers van Het Laarhuys. Trots? Ja, we zijn enorm trots op wat we hier met elkaar bereikt hebben. We wilden een voorziening in Laarbeek. Een plaats waar onze kinderen fijn kunnen wonen en waar we zelf ook regelmatig binnenlopen. Even Rens halen om samen een ijsje te eten, op een terrasje te zitten. Hem zelf in bad doen, een knuffel geven als hij gaat slapen. We willen de hechte band met onze kinderen houden, terwijl we ons ook realiseren dat we ze een stukje moeten loslaten. Nee, wij zijn niet die bemoeizuchtige ouders die de begeleiding wil voorschrijven hoe het moet. We willen ORO helpen bij het ‘lezen’ van onze kinderen en we zijn ervan overtuigd dat onze inbreng, samen met de deskundigheid van de medewerkers, voor onze kinderen het beste is. We doen het hier samen! Dat is de kern van Het Laarhuys. Ons kind hoeft niet gewassen en gestreken te zijn als wij hier komen. Dit is ons tweede huis geworden. Ik woon hier drie straten verderop. Het is toch heerlijk om je kind zelf in bad te doen, als dat kan. De basis voor het succes? Dat is een open communicatie. We spreken duidelijk uit wat we van elkaar verwachten. En uiteindelijk willen we toch allemaal hetzelfde: het beste voor de bewoners. Daarom zijn we soms bij teamvergaderingen, hebben we overleg met de wijkmanager en steunen we elkaar. Hoe dat gaat? Fantastisch!”
Ouderinitiatief: een voorbeeld voor de toekomst
“Voor mij als zorgcoördinator is het wennen, maar vooral ontzettend leuk, zegt Wilbert. Ik werk nu dertien jaar bij ORO, maar de manier waarop de ouders hier betrokken zijn, hier aanwezig zijn, is wel heel anders dan ik gewend was. Natuurlijk moeten we soms nog even zoeken naar de juiste balans, het is pionieren, maar ik vind dat het geweldig gaat. Kijken met de ouders hoe zij voor hun kind zorgen, kijken hoe we samen het beste kunnen bijdragen aan het welzijn van dat kind. En nee, niet denken dat wij als ‘professional’ de wijsheid in pacht hebben, maar goed met de ouders afstemmen wat het beste is en duidelijk naar elkaar maken wat de wederzijdse verwachtingen zijn. Is dit ouderinitiatief een voorbeeld voor de toekomst? Dat zou zomaar eens kunnen, ja. En wat mij betreft is dit een heel goed voorbeeld.”
Leuk verhaal?
Deel het met je vrienden!